HILVERSUM - Een 20-jarige man uit Hilversum is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een celstraf van 4 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor poging tot doodslag. De man schoot begin dit jaar in Hilversum vanuit zijn auto op drie mannen, onder wie zijn eigen broer. De rechtbank veroordeelt hem ook voor bedreiging, diefstal met geweld en doorrijden na een aanrijding.

Schietpartij
In de nacht van 1 maart staan drie mannen voor de woning van één van hen in Hilversum te roken. Rond 01.35 uur rijdt een auto de straat in. Als de auto dichterbij komt, zien de mannen dat de verdachte achter het stuur zit. Hij richt een wapen op hen en schiet één keer. Hij raakt een geparkeerde auto die tussen hem en de drie mannen staat. De mannen rennen de woning in en gaan op de grond liggen.

Geen voorbedachten rade

Volgens de officier van justitie is sprake van voorbedachten rade en dus poging tot moord. Maar de rechtbank gaat hier niet in mee. Uit niets blijkt dat de verdachte van tevoren wist dat de mannen op het adres aanwezig waren. Hij wist al helemaal niet dat ze op dat moment ook buiten op straat zouden staan. Uit alle verklaringen blijkt wel dat de verdachte vlak voordat hij schoot, zag dat er personen voor de woning stonden. Zo was er onder andere oogcontact tussen hem en zijn broer. De rechtbank oordeelt dat er vervolgens heel weinig tijd zat tussen het besluit om richting de mannen te schieten en het uitvoeren daarvan. Er is verder ook geen bewijs waaruit blijkt dat de verdachte van plan was om de mannen te vermoorden. Naar eigen zeggen wilde hij enkel een signaal afgeven dat met hem niet te sollen valt. Alles overwegende spreekt de rechtbank de verdachte vrij van poging tot moord.

Andere feiten
Naast de poging tot doodslag heeft de verdachte zich eerder ook schuldig gemaakt aan het ernstig bedreigen van twee personen. Daarnaast pleegde hij een gewelddadige diefstal waarna hij de plek van een door hem veroorzaakte aanrijding verliet. Bij die diefstal sloeg hij een zwangere vrouw in haar buik die na de aanrijding foto’s had gemaakt van zijn auto. Hij vertrok daarna met haar telefoon. Uit psychologisch onderzoek blijkt onder meer dat bij de verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis én een lichte stoornis in het gebruik van lachgas. Dit was ook zo toen hij de strafbare feiten pleegde. De verdachte gebruikte dagelijks lachgas, wat zijn gedrag beïnvloedde. Geadviseerd wordt om verdachte de feiten in verminderde mate toe te rekenen. De rechtbank neemt dit advies over en vindt dat de verdachte ook hulpverlening en behandeling nodig heeft. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een celstraf van 4 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De straf is lager dan de 8 jaar die de officier van justitie had geëist omdat de verdachte wordt vrijgesproken van de voorbedachten rade en omdat de rechtbank het belangrijk vindt dat hij behandeld wordt.