HILVERSUM - Tegen vijf verdachten die door middel van phishing in ieder geval dertig ouderen in 2019 en 2020 beroofden van grote geldbedragen, heeft het Openbaar Ministerie vandaag celstraffen van één tot 5,5 jaar geëist. In totaal maakten de mannen, die volgens het OM een criminele organisatie vormden, ruim zeven ton aan geld buit.


De werkwijze van de phishingbende bestond eruit dat ze een groot aantal mensen een mailbericht stuurden met de waarschuwing dat er een incasso dreigde op hun bankrekening. Een andere methode was om te waarschuwen voor een op handen zijnde hack. Om te voorkomen dat de rekeninghouders hun geld zouden kwijtraken, moesten ze op een link in het bericht klikken. Vervolgens namen de phishers contact op met de slachtoffers en deden zich voor als medewerker van de bank. Ze gebruikten hierbij een gespoofd telefoonnummer van bijvoorbeeld de fraudehelpdesk van de bank. Zo haalden ze de slachtoffers over hun geld over te boeken naar een ‘veilige’ rekening. Als het niet snel genoeg ging, werd teamviewer geïnstalleerd zodat de phishers het geld zelf konden overboeken. Het geld ging vervolgens naar de rekeningen van geronselde ‘money mules’ en werd snel daarop gepind door ‘cashers’.

De vijf verdachten hadden elk een eigen rol en taken in de criminele organisatie. Twee van hen hadden een sturende rol, de bellers vielen onder hen. Een aantal van hen deden vooral de phishing zelf, anderen regelden bankpassen of bellijsten, ronselden moneymules of pinden het geld. Allemaal zorgden ze ervoor dat het geld werd witgewassen. Een van de verdachten zorgde voor een pand, een ander voor de ICT. Na hun aanhouding in mei 2020 konden er dertig bewijsbare zaken aan deze bende worden gelinkt; het totale schadebedrag bedroeg 725.000 euro. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers was 72 jaar.

De officieren van justitie hadden dit alles aangemerkt als oplichting in vereniging, witwassen, computervredebreuk en deelname aan een criminele organisatie. Twee van de verdachten is ook tenlastegelegd dat zij lijsten met privégegevens van potentiële slachtoffers hadden gekocht. Bij de aankopen werd gefilterd op 65-plussers en op bepaalde banken. De officieren van justitie vonden de feiten bewezen in de dertig zaken die op de tenlastelegging stonden, op basis van data uit gegevensdragers die in beslag waren genomen, camerabeelden en bankpassen die bij de verdachten waren aangetroffen. Ten aanzien van een van de verdachten vorderde het Openbaar Ministerie bewezenverklaring van alle dertig gevallen van phishing. Voor de andere mannelijke verdachten werden tussen de één en viertentwintig gevallen bewezen geacht. Ook is vastgesteld dat geen van de verdachten een legaal inkomen had in 2019 en 2020. Toch reden ze in dure auto’s, droegen dure kleding, logeerden in hotels en bezochten prostituees en casino’s. Ook werd een fictief bedrijf gefinancierd waarmee de zesde, vrouwelijke verdachte een legaal inkomen leek te hebben zodat ze haar schulden kon aflossen.

Bijzonder stuitend noemden de officieren van justitie de opstelling van de 24-jarige verdachte uit Hilversum. In een eerder cybercrime onderzoek ‘Zandloper’ in 2019 betuigde hij spijt over wat hij de slachtoffers had aangedaan. Kort na zijn vrijlating ging hij gewoon door met het plegen van dezelfde delicten. Ook de 23-jarige medeverdachte uit Amersfoort is eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit. “Van zijn goede voornemens bij de schorsing, opleiding en werk, is duidelijk niets terecht gekomen”, aldus het OM. Bij de strafeis hielden de officieren van justitie ook rekening met het feit dat de verdachten geen verantwoording hebben willen afleggen en dat ze hun slachtoffers bewust hebben uitgekozen op hoge leeftijd of kwetsbaarheid, waardoor hun gevoel van veiligheid en vertrouwen des te meer werden geschaad. Afhankelijk van de periode van de oplichtingen, de aangerichte schade en het strafblad eisten de officieren van justitie gevangenisstraffen van één tot 5,5 jaar. Tegen een zesde verdachte van enkel witwassen werd een celstraf van 85 dagen en 240 uur werkstraf geëist.

In veel zaken hadden de banken de schade van de cliënten vergoed. Deze banken vorderden op hun beurt de uitgekeerde schade en hun onderzoekskosten. Voor zover dit de slachtoffers in deze strafzaak betreft, vond het OM deze vorderingen toewijsbaar. Daarnaast had een aantal slachtoffers een vergoeding geëist voor immateriële schade en niet vergoede kosten. Het Openbaar Ministerie vroeg deze vorderingen in bijna alle zaken toe te wijzen.

De behandeling van de strafzaak wordt vandaag en morgen voortgezet. De rechtbank zal naar verwachting 23 februari uitspraak doen.