HUIZEN - De rechtbank heeft vandaag de laatste twee verdachten in het onderzoek Kulja veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk 40 en 24 maanden. Bij de 33-jarige T. ging het om mensensmokkel, hennepteelt en deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met hennepteelt en mensensmokkel. Bij de 36-jarige H. ging het alleen om hennepteelt en deelname aan de criminele organisatie.


In 2017 waren al zes verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 3 jaar tot 4,5 jaar.

De rechtbank gaat uit van het volgende scenario. In juli 2015 is in Huizen de boot, de Moses Agga, aangekocht. Na het verrichten van enige onderhouds- en reparatiewerkzaamheden is hij naar de jachthaven (Marina Seaport) in IJmuiden gevaren. De boot met de vreemdelingen zou door 2 mensen naar Engeland overgevaren worden. Op 15 augustus 2015 zijn in totaal 13 Vietnamezen en 11 Albanezen, van de woning van T. in Huizen naar de Moses Agga in IJmuiden gebracht. De Vietnamezen waren tevoren per trein van Parijs naar Amsterdam gereisd, en uiteindelijk naar de woning in Huizen gebracht. Op de boot waren 33 zwemvesten, daarvan zaten er 19 nog in plastic.

De zaak kwam aan het rollen door een melding bij de Marechaussee (via oplettende getuigen in de haven) dat er vermoedelijk illegalen aan boord van de Moses Agga waren die wilden uitvaren naar Groot-Brittannië.

Mensensmokkel
De rechtbank gaat uit van een voltooide mensensmokkel. De behulpzaamheid bij de wederrechtelijke doorreis begon bij de aankoop van de Moses Agga op 21 juli 2015 en eindigde toen de 24 vreemdelingen op 15 augustus 2015 in de boot in IJmuiden werden aangetroffen.

Ondanks dat 9 van de 11 Albanezen rechtmatig in Nederland verbleven, oordeelt de rechtbank dat de doorreis door Nederland wederrechtelijk (zonder enig recht) was. Gezien alle omstandigheden kan het doel alleen mensensmokkel vanuit Nederland naar Groot-Brittannië zijn geweest. Men onttrok zich ook aan controle door de Nederlandse autoriteiten. Een rechtmatig verblijf in Nederland sluit een illegale doorreis niet uit.

Daadwerkelijk uitvaren zou volstrekt onverantwoord (levensgevaarlijk) zijn geweest vanwege onder meer de uitrusting van het zeiljacht, de technische staat van het jacht en de overbelading. Dit moet voor T. op enig moment voorzienbaar zijn geweest. Daarmee is sprake van een strafverzwarende omstandigheid.

Hennepteelt
De rechtbank komt eveneens tot een bewezenverklaring van (professionele) hennepteelt. In ieder geval is begin december 2015 een oogst gelukt. In december 2015 werd een grote hoeveelheid hennepplanten aangetroffen op twee locaties in Huizen en Bussum.

Straffen
T. had bij de mensensmokkel een uitvoerende rol. Hij was onder andere betrokken bij de aanschaf van de boot, stelde zijn woning ter beschikking als ‘safehouse’ voor de vreemdelingen en speelde een rol bij het vervoer naar IJmuiden. Zijn rol bij de hennepteelt bestond uit het knippen van de henneptoppen, het opruimen van de gebruikte ruimtes en het verzorgen van eten. H. heeft in de hennepteelt een leidinggevende rol gehad; zo stuurde hij de knippers aan, hield de uren bij en beheerde hij de panden en de financiën van de groep. Daarin heeft hij dus ook deelgenomen aan een criminele organisatie, ook al is hij voor de bijdrage van de mensensmokkel niet apart vervolgd.

Vanwege een overschrijding van de redelijke termijn met ruim 2 jaar worden de straffen van beide verdachten verlaagd met 10 procent, en wordt T. 40 maanden gevangenisstraf en H. 24 maanden gevangenisstaf opgelegd.

Tevens moeten beide verdachten ruim 167.000 euro aan de Staat betalen in het kader van de ontneming van het ten onrechte verkregen voordeel. Drie verdachten die al in 2017 veroordeeld waren moeten 7.100 euro respectievelijk ruim 164.000 euro betalen. Deze drie hadden een belangrijke rol in de criminele organisatie. In verband met het overschrijden van de redelijke termijn met één jaar en zeven maanden zijn ook deze bedragen inclusief een korting, variërend van 1.000 euro tot 7.500 euro.

De uitspraken worden binnenkort gepubliceerd.