HUIZEN - Het is aan de schuld van een kinderopvang in Huizen te wijten dat een 2-jarig jongetje in een sloot is verdronken. Dat oordeelt de rechtbank Midden-Nederland. Doordat de stichting, waar de kinderopvang onder valt, onvoldoende heeft gezorgd voor een veilige buitenruimte en voor beleid dat de veiligheid van de kinderen zoveel mogelijk waarborgt, kwam het jongetje in 2023 in het water achter de kinderopvang terecht en verdronk.
Buitenterrein en moestuin
In de ochtend van 3 april 2023 was het 2-jarige slachtoffer aanwezig in een kinderopvang die gevestigd is binnen een basisschool in Huizen. De kinderopvang maakt gebruik van zowel het schoolplein als een naastgelegen moestuin. De poorten van het schoolplein en de moestuin waren die ochtend niet op slot. In de loop van de ochtend is de peutergroep, met daarbij het 2-jarige slachtoffer, buiten gaan spelen. Als de groep weer binnen is, blijkt dat het jongetje ontbreekt. Een leidster treft hem uiteindelijk aan in de sloot net achter het kinderdagverblijf.
Poorten niet op slot
Op de bewuste ochtend waren er drie leidsters aan het werk bij de kinderopvang. Uit de verklaring van één van hen blijkt dat het jongetje die ochtend twee keer zonder toezicht in de moestuin heeft kunnen komen. Volgens een ander was het jongetje maanden eerder ook al twee keer buiten het terrein aangetroffen. Hij kon beide poorten dus zelf openen en de leidsters wisten dit ook. De rechtbank komt op basis van het dossier tot de conclusie dat het jongetje het terrein heeft verlaten, maar dat niet kan worden vastgesteld of hij via de poort van het schoolplein of via het poortje van de moestuin is gegaan. Dit neemt niet weg dat hij het terrein van de opvang heeft kunnen verlaten, waarna hij vervolgens in het water vlak bij de opvang terecht is gekomen.
Verwijtbaar tekortgeschoten
De rechtbank oordeelt dat beide uitgangen van de kinderopvang onvoldoende waren afgesloten. De stichting is daardoor verwijtbaar tekortgeschoten in haar zorg voor een veilige buitenruimte voor de kinderen. Daarnaast wordt in het beleid van de kinderopvang het risico op vermissing/weglopen genoemd, maar dat geldt niet voor verdrinking. Het eerdere weglopen van het slachtoffer en de wetenschap dat hij zelf de hekken kon openmaken, had aanleiding moeten zijn om het beleid te evalueren en aan te passen. Maar dat is niet gebeurd. Daarmee heeft de stichting in strijd gehandeld met haar zorgplicht voor de veiligheid van de kinderen op haar kinderopvang. De rechtbank noemt dat in het vonnis ‘aanmerkelijk onachtzaam en nalatig’. Het kan de stichting worden toegerekend dat het jongetje in het water is terechtgekomen waardoor hij is verdronken. Daarmee is sprake van dood door schuld. De rechtbank veroordeelt de stichting tot een geldboete van 30.000 euro waarvan 25.000 voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Deze straf is conform de eis van de officier van justitie.